De Himalayaceder is een conifeer die van nature voorkomt op de westelijke hellingen van het Himalayagebergte, in gebieden zoals Oost-Afghanistan, Noord-Pakistan, Kasjmir, Tibet, Nepal en Noord-India. De naam “deodar” komt van het Sanskriet devadar, wat “boom van de goden” betekent, verwijzend naar de spirituele verbinding met het heilige Himalayagebergte. De hangende variëteit onderscheidt zich door zijn elegante en ongewone vorm: hij kan 8-10 meter hoog worden, met lange, flexibele takken die naar beneden hangen en zich om de stam wikkelen. Zelfs de top van de boom, zodra deze hoger is dan 3-4 meter, neigt naar een lichte kromming, waardoor een uniek, onregelmatig silhouet ontstaat, ideaal voor het creëren van opvallende blikvangers in tuinen.